Huishoudelijk reglement

ALGEMENE REGELS

Regels spreken we met elkaar af en we houden ons eraan tijdens onze werkzaamheden in de volkstuin. Ze bevorderen het gevoel van goed functioneren van de vereniging en verminderen de nadelige consequenties van ongewenste ontwikkelingen.
De regels kunnen worden aangevuld of aangepast. Voorstellen kunnen worden gedaan aan het bestuur. Aanpassingen moeten worden goedgekeurd door de Algemene Leden Vergadering (ALV).

Art. 1.     Volkstuinieren is onze hoofdactiviteit; d.w.z. groente, aardappels en fruit verbouwen. Het kweken van bloemen en het houden van kippen of bijen is wel toegestaan als bijzaak en onder de in dit reglement gegeven voorwaarden.
Dit houdt in dat, ingeval er geen sprake is van een agrarische activiteit, het bestuur gerechtigd is de tuin te ontzeggen.

Art. 2.     Nieuwe leden krijgen bij inschrijving de nodige informatie, waaronder dit Huishoudelijk Reglement en het Reglement van de Tuincontrolecommissie. Na ondertekening van een aanmeldingsformulier zal het nieuwe lid worden ingeschreven.

Art. 3.     De leden dienen de pacht en contributie voor het nieuwe seizoen te voldoen vóór 15 februari van het pachtjaar.

Art. 4.     Leden die andere personen dan huisgenoten op hun tuin laten meetuinieren dienen dit te melden aan de secretaris van de vereniging. De medetuinder wordt ingeschreven als medetuinder.

Art. 5.     Verhuizing en/of adresverandering en wijziging van e-mailadres dienen schriftelijk te worden gemeld aan de secretaris van de vereniging.

Art. 6.     Indien men voor lange tijd afwezig is door ziekte of ongeval, moet dit gemeld aan de secretaris van de Tuin Controle Commissie (verder vermeld als “TCC”), met de vermelding wie tijdelijk de verantwoordelijkheid overneemt.

Art. 7.     Opzegging van de tuin dient tijdig plaats te vinden vóór 1 december van het lopende pachtjaar, anders loopt de pacht en contributie gewoon door.
Leden die hun tuin opzeggen dienen deze voor 1 januari schoon op te leveren. Bij in gebreke blijven hiervan vervalt de waarborgsom en komt deze toe aan de vereniging.
Tevens zullen de kosten voor verwijdering van de opstallen en andere   materialen worden verhaald op de tuinder.

Art. 8.     Leden hebben het recht om in beroep te gaan tegen genomen beslissingen van het bestuur en/of commissie. Het beroep dient binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van een waarschuwing of de aanschrijving te worden ingediend bij de Commissie van Beroep (CvB).

Art. 9.     Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie leden. Zij worden door de ALV benoemd. Elk jaar treedt minstens één bestuurslid af, volgens een door het bestuur op te maken rooster. Bestuursleden worden in principe voor een periode van drie jaar benoemd. Een aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.

DIEREN OP DE TUIN

Art. 10.   Het houden van huisdieren is op het complex niet toegestaan. Honden van leden worden op het complex getolereerd, mits onder controle.

Art. 11.   Het houden van kippen dient schriftelijk te worden aangemeld bij het bestuur.
Het is toegestaan maximaal 10 kippen te houden. Het nachthok mag maximaal 5 m² groot zijn en moet minimaal 0,3 m² per kip zijn. De ren mag maximaal een oppervlakte hebben van 10 m² en er moet minimaal 1 m² per kip beschikbaar zijn.
Ren en nachthok moeten van boven (poep)dicht zijn (in verband met ophokplicht bij vogelgriep) en afdoende tegen vogels, ratten en vossen beschermd zijn.

Art. 12.   Kippenhouders moeten ervoor zorgen dat:

  • bij afwezigheid vervanging geregeld is;
  • dode kippen onmiddellijk worden afgevoerd;
  • er niet op de tuin geslacht wordt;
  • de mest wordt verwerkt op de eigen composthoop of wordt afgevoerd;
  • kippenvoer in afsluitbare containers bewaard wordt, in verband met aantrekken van ongedierte;
  • de watervoorziening goed geregeld is, ook in de winter.

Art. 13.   Het toezicht op de naleving van regels die verband houden met kippen vindt plaats door de Kippen Commissie, bestaande uit twee ervaren leden op het complex, die aangezocht en aangestuurd worden door het bestuur.

Art. 14.   Bijen houden is alleen toegestaan met toestemming van het bestuur. De bijen mogen geen overlast geven aan de overige tuinders. Treedt toch overlast op, dan dient in overleg met de betreffende tuinder(s), de oorzaken van de overlast weggenomen te worden. Het houden van bijen moet in overeenstemming zijn met art. 4.4 van de Verordening Fysieke Leefomgeving.

Art. 15.   Op het gehele complex van de VTV (2 ha totaal) mogen in totaal maximaal 20 productievolken staan (10 volken/ha maximaal). Elke imker mag maximaal 3 productievolken hebben, mits het totaal van 20 volken op ons complex niet overschreden wordt. De imker moet goed in bijenhouden geschoold zijn en voldoende imkerervaring hebben. Hij mag op de tuin alleen zachtaardige bijen houden. Het toezicht op de naleving vindt plaats door 2 ervaren imkers op het complex, die aangezocht en aangestuurd worden door het bestuur.

INRICHTEN TUIN

Art. 16.   Onder opstallen wordt verstaan berghokken, kippenhokken en open overkappingen voor het bergen van tuinartikelen, zoals gereedschap, zaden, plant- en zaaigoed, voorraden water en bemesting.

Art. 17.   Voor de bouw van een opstal moet door het bestuur toestemming worden gegeven. Het bestuur zal beslissen op basis van een tekening, die de aanvrager opstelt en aan het bestuur overlegt.
Per tuin van mag niet meer dan 15 m² opstal worden geplaatst. De opstal moet op minimaal een meter van de afscheiding staan. Beton storten is verboden. Opstallen mogen het aanzien en karakter van het tuincomplex niet aantasten.

Art. 18.   Kassen worden niet beschouwd als opstal, mits deze voor de hoofdactiviteit van de volkstuin worden gebruikt. Ze mogen dus niet gebruikt worden van opslag of berging van materialen, gereedschap e.d.
Ook deze mag maximaal 15 m² groot zijn en moet ook een meter uit de tuingrens worden geplaatst. De maximaal te bebouwen oppervlakte bedraagt 15% van het tuinoppervlak.

Art. 19.   Voor het telen van aardappelen geldt dat deze maar 1/3 deel van het oppervlakte van de tuin mag beslaan. Elk jaar wordt bij het versturen van de rekening bekend gemaakt op welk derde gedeelte van de tuin aardappelen geteeld mogen worden. Hierbij wordt uitgegaan van het oppervlak van de gehele tuin of daar een schuurtje of b.v. fruitbomen staan, is niet van belang.

ONDERHOUD TUIN

Art. 20.   Fruitbomen en fruitstruiken moeten minimaal een meter vanaf de tuinafscheiding worden geplant, gerekend vanaf het hart van de boom of struik en mogen niet hoger worden dan twee meter. Ook moeten zij aan de zuidkant van de eigen tuin worden gezet om overlast door schaduw bij aangrenzende tuinders zoveel mogelijk te voorkomen.
Bomen die geen eetbare vruchten zullen opleveren mogen niet op de tuin worden geplant.

Art. 21.   De leden dienen tuinafval op hun tuin te houden, zelf te composteren of af te voeren. Verbranden of dumpen in de bosranden is bij de Algemene Plaatselijke Verordening en de Afvalstoffenverordening niet toegestaan. Ook verbranden op de volkstuin zelf is niet toegestaan. De kosten voor het eventueel uitrukken van de brandweer zal op de tuinder worden verhaald.

Art. 22.   De leden behoren ervoor te zorgen dat de tuinen en aangrenzende paden onkruid vrij zijn en in goede staat van onderhoud verkeren, evenals de tuinafscheidingen. De tuinen moeten vóór 1 mei onkruidvrij zijn. De bordjes met de tuinnummers moeten op het hek bij het pad goed zichtbaar zijn.

Art. 23.   Tuinafscheidingen mogen maximaal 1 meter hoog en moeten zondoorlatend zijn. Het gebruik van prikkeldraad is niet toegestaan in verband met mogelijk letsel.

Art. 24.   Aan de zijde waar de openbare weg langs het tuincomplex loopt, mag de begroeiing op de aangrenzende strook niet hoger zijn dan een meter. Deze strook moet door de aangrenzende tuinders worden onderhouden.

Art. 25.   Regelmatig vindt door de TCC een schouw plaats. Zie het reglement van de Tuincontrolecommissie, dat in principe deel uitmaakt van dit Huishoudelijk Reglement dat in de Statuten van de VTV vermeld wordt.

Art. 26.   Het is verboden asbesthoudende materialen op de tuin aanwezig te hebben, te gebruiken en/ of te bewaren op de tuin. De aansprakelijkheid en de kosten van gemeentewege bij calamiteiten zullen op de betreffende tuinder worden verhaald.

AANHANGERBOXEN

Art. 27.   De vereniging beschikt over een vijftal aanhangerboxen die uitsluitend door leden kunnen worden gebruikt. Voor dat gebruik is per box een bedrag van € 100 per jaar verschuldigd. Het bestuur verzorgt het onderhoud van de boxen. De betreffende aanhanger dient rijvaardig te zijn én de box mag niet voor opslaan van artikelen gebruikt worden.
Met de huidige gebruikers is een overgangsregeling getroffen.


ONVOORZIEN ZAKEN

Art. 28.   Zaken waarin niet is voorzien beslist het bestuur.

Vastgesteld op de Algemene Leden Vergadering d.d. 2 juni 2022